Les 2
Broeikaseffect
Wat vind je in deze ondersteuningsmodule?
Introductie onderwerp
Wat zijn het broeikaseffect en het versterkt broeikaseffect?
Actief lezen
Hoe geef je instructie in het interpreteren van een infographic?
Documenten les 2
Hier vind je de handleiding voor de leerkracht, de tekst die de leerlingen lezen en de opdrachten naar aanleiding van de tekst.
Introductie van het onderwerp
Introduceer het onderwerp klassikaal en laat de leerlingen aan de hand van de titel, de kopjes en de illustraties voorspellen waar de tekst Het broeikaseffect over gaat.
Wat weten deze al over het broeikaseffect? Wat hebben ze onthouden uit de eerste les?
Wat is het broeikaseffect en versterkt broeikaseffect?
Er wordt onderscheid gemaakt tussen het natuurlijk broeikaseffect en het versterkt broeikaseffect.
Er zijn gassen in de atmosfeer die ervoor zorgen dat warmte op aarde vastgehouden wordt. Dit effect, het natuurlijk broeikaseffect, is vernoemd naar de kassen die tuinders gebruiken voor het verbouwen van groente, bloemen en planten. De gassen in de atmosfeer hebben dezelfde werking als de glazen of plastic overkapping op broeikassen; namelijk de warmte tegenhouden en zo de zo de temperatuur in de broeikas op laten lopen.
Het versterkte broeikaseffect wordt in tegenstelling tot het natuurlijk broeikaseffect door de mens veroorzaakt. Dit doet de mens door verschillende gassen uit te stoten, die meer warmte op de aarde vasthouden. De grootste oorzaak daarvan is de industriële revolutie. Door het gebruik van fossiele brandstoffen is de hoeveelheid kooldioxide in de atmosfeer sterk toegenomen. Daarnaast vermindert de mens de natuurlijke mogelijkheden om kooldioxide op te sluiten in de natuur; door het kappen van bossen komt de CO2 vrij die door de natuur was opgeslagen.
Quest junior:
Tip!
Op 16 oktober 2020 was er een item in het Jeugdjournaal over de toename van het aantal bultruggen, en het gunstige effect daarvan op de reductie van CO2. Leuk om te weten en wellicht te gebruiken!
Actief lezen
Bij opdracht 2 beantwoorden de leerlingen in drietallen vragen over een infographic. Daarbij gebruiken ze ook de informatie uit de tekst. Stel daarbij denkstimulerende vragen.
Het woord infographic komt uit het Engels en is een samenvoegsel van ‘information graphics’. Een infographic is eigenlijk een poster met weinig tekst en veel beeld, waaruit je snel informatie af kunt lezen.
Met welke vragen kun je leerlingen helpen bij het lezen van een infographic?
1.
Vraag leerlingen het onderwerp van de infographic te noemen (is er een titel?)
2.
Wat zijn de grote kopjes in de infographic?
3.
Vraag leerlingen welke thema’s of hoofdonderwerpen er in de infographic aan bod komen
4.
Welke gegevens worden gegeven per thema of onderwerp (jaartallen, toename/afname, …)
5.
Is de infographic een weergave van gegevens, een beeld van een verzameling of systeem, is het een oorzaak-gevolgschema?
6.
Wat is nu de hoofdboodschap die de infographic wil vertellen?